Digitale Raadsleden 2.0!
Vandaag ben ik aanwezig geweest bij een bijeenkomst Digitale Raadsleden 2.0! in de digitale raadszaal van Amsterdam, een initiatief van het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP).
Steven Lenos opent de conferentie. Hij kijkt even terug naar het traject Digitale Raadsleden. Hij schetst een mooie typologie van de raadsleden:
1.0 doet en wil niets digitaals,
1.1. wil iets digitaals, maar hoe?
1.2. digitaal actief
Dus 2.0 dat is de volgende stap. Maar wat dat moeten we nog vaststellen. Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) krijgt subsidie voor dit project en er zijn nog wat uurtjes over dit jaar. Dus daar kan misschien iets mee gedaan worden.
Allereerst is het bijzonder in een digitale raadzaal te zijn. Zover zijn we in Beverwijk nog niet. Menigeen begint pas met emailen en de computer te gebruiken voor allerlei handige dingen zoals een briefje schrijven.
Alle tafels zijn voorzien van beelschermen. Er is tevens een toetsenbord en een muis beschikbaar. Volgens het Amsterdamse raadslid Manon van der Garde (PvdA) dat ons welkom heette is er nu een evaluatie gaande.
1. Van de oorspronkelijke opzet om alle raadsleden met elkaar te laten communiceren komt nog niet uit de verf. Slechts de helft is actief. Onderling communiceren in de koffiekamer gaat gemakkelijker dan via een email systeem.
2. Email is alleen te raadplegen via webmail.
3. Het zijn in feite uitsluitend terminal services. Raadplegen wat op internet staat en zo gaat goed maar je kunt geen floppies meenemen en kopieren. Een tekstje aanmaken kan wel. De oplossing wordt weer gezocht in webmail: jezelf toesturen.
4. Er wordt gedurende de raadsvergadering welk gebruik van gemaakt maar dat ontlokte de wethouder Dales de opmerking dat hij alleen nog maar tegen voorhoofden aan zit te kijken.
5. Evenwel deze digitale serice wordt toch wel als prettig ervaren en wil men niet meer missen. Al was het maar dat er een behoorlijke investering erin was gedaan. Overigens was Manon zelf aan het onderzoeken geslagen wat het gekost heeft maar was niet in staat het te achterhalen (erg duur dus???).
Mijn eigen observatie is dat het tikken van de toetsen hinderlijk is (en ik was blijkbaar niet de enige). Het beeldscherm is zodanig geplaatst dat het toetsenbord altijd in de weg zit. Ook opgemerkt dat er blijkbaar ook gewerkt kan worden met laptops met een draadloze verbinding. Dat is iets waar we bij ons in Beverwijk ook eens aan kunnen denken.
Leuke speeltjes dus, maar het kan wel de aandacht afleiden.
Dus terug naar Steven Lenos die de resultaten van het IPP-onderzoek naar de digitale raadsleden in Nederland presenteerde. Het gaat om: een flitsinventarisatie van 10% van de gemeentesites en een webenquĂȘte onder raadsledenEnkele belangrijke punten uit het onderzoek:
* De meeste gemeentelijke websites presenteren alleen summiere gegevens. Politieke zaken blijven achterwege zoals bijvoorbeeld waar de raadsleden voor staan.
* Opmerkelijk is dat bij 38% gemeentelijke websites geen enkel e-mailadres van raadsleden wordt vermeld!
* Slechts 19% van alle raadsleden heeft een e-mail adres. Dit is geheel tegengesteld aan Nederlandse verhoudingen met veel hogere getallen.
* Geconstateerd werd dat de 4 persoonlijke pagina's van de 8 genomineerden voor het meest digitale raadslid nergens te vinden zijn op hun eigen gemeentelijke website. Anton Zijlstra (genomineerd) gaf daarop aan dat tegen hem in zijn gemeente Arnhem is gezegd dat een vermelding politiek is en dat hij zou dan zich te veel zou profileren t.o.v. andere politici....(Gedurende de bijeenkomst kwam dit onderwerp herhaaldelijk weer ter sprake. Zelfs Jacques Wallage had er soortgelijke ervaringen mee.)
Dit alles is vervat in een boekje waarin aanbevelingen en hulpmiddelen worden aangereikt. Zo te zien, kun je daar zelf als niet digitaal raadslid wat mee!
In de discussiegroep waarin ik zat werd gesproken over meningspeiling. Maar voortdurend komt naar boven wat wil je nu met het medium? Raadsleden in grote plaatsen hadden last van veel email. Hoe nu die te beantwoorden zonder te veel tijd kwijt te zijn. De Raadsleden uit de kleinere plaatsen hadden dat probleem in het geheel niet, maar zouden juist graag wat meer reacties willen zien.
Daarvoor werden een hoop handreikingen gedaan.
Een aantal daarvan:
Suggesties:
* op de gemeentelijke website: doorlinken naar de (prive) websites van raadsleden/fracties/partijen
* emai adressen: met aliassen kun je groepen creeren, bijv. fractie@vvdbeverwijk.nl stuurt email door naar alle fractieleden
* meer bekendheid creeren door banner exchange, continue jezelf adverteren op andere websites door bijv. in een reactie te verwijzen naar je eigen website
* je website moet iets te bieden hebben; inventariseer wat er al is lokaal en gebruik dat als faciliteit op je eigen website; zelf ook bij discussies op internet mengen - actief bewegen lokaal
* stimuleer meer mensen in de partij/bestuur/fractie om een stukje te schrijven
* geef altijd antwoord op emails binnen bepaalde tijd; de duale verhoudingen geven daar natuurlijk wat fricties: de losse stoeptegel is iets voor het college en niet de raad, dus de ombudsfunctie met verwijzing
* de communicatie met de buitenwereld met een gecombineerde aanpak zijn: via huis-aan-huis kranten bekendmaken van acties en daarbij website en email adverteren
* op de website voortdurend proberen aansluiten wat leeft in stad
* zorg dat er iets te halen is - bijvoorbeeld gebruik alle reacties als een soort burgerinitiatief dat de fractie via initiatiefvoorstel bij de raad kan inbrengen - digitale dossiers: informatie verzamelen en archiveren op de website
* vooral jongeren erbij betrekken via digitale chat, onderwijs, maar ook laten schrijven over ervaringen, publiceren op website
* de techniek is niet het moeilijkste, het onderhoud vergt de meeste tijd; er zijn veel hulpmiddelen beschikbaar, sommige zijn zo op Internet te activeren
Na een smakelijke lunch moeten we weer aan het werk: het plenair debat. Elke discussiegroep rapporteert over wat er zoal ter tafel is gekomen: techniek en zijn (on)mogelikheden; de rol van de gemeente in het faciliteren van raadsleden, de (on)wil van raadsleden om digitale gereedschappen te gebruiken. Netty Gelijsteen (AA/De Groenen) houdt een interessant pleidooi om de kwestie van de digitale raadslid te plaatsen in het bredere kader van het vraagstuk "Lokale communicatiebeleid'.
Jacques Wallage, inmiddels ook aanwezig om als juryvoorzitter op te treden, maakt een interessante aanvullende opmerking. Er zit een principiele keuze in hoe je je rol als raadslid invult. De drie hoofdtaken: volksvertegenwoordiger, kadersteller en controleurbeperkte tijd maken dat er een keuze gemaakt wordt. Degenen die nadruk leggen op het volksvertegenwoordigende aspect zullen veel nadruk leggen op het onderhouden van contact met de achterban. Dat betekent dat zij wellicht wat minder tijd over hebben om al hun stukken diepgaand te bestuderen. Andere raadsleden kiezen met name voor die controlerende rol en zien het als hun primaire taak om het college te controleren en staan als het ware met rug naar de inwoners.Voor degenen die met de achterban wil communiceren kan Internet een belangrijke ondersteunende rol spelen omdat het horizontaal is, je hoeft als burger niet een bepaald proces door of een gang naar het stadhuis te maken.
Verder komt nog aan de orde o.a. de politieke pagina van de individuele raadslid of wethouder op de website van de gemeente (zie boven) Hoe ga je daarmee om? Wat mag wel? Welke informatie mag je kwijt, welke niet? Welke meningen? Wat communiceer je? Moeten er regels worden vastgesteld in een gedragscode? Wat mag en niet mag op de gemeentelijke site?
Jacques Wallage bracht hier in dat het vanuit het ambtelijk apparaat ook weer iets principieels is. Een gemeentelijke website wordt onderhouden en betaald met gemeenschapsgelden en dient alleen "neutrale" informatie te bevatten. De politieke meningen moeten daaruit blijven. Deze mening wordt vaak door ambtenaren verkondigd.
Ik denk dat de mening van ambtenaren van belang is maar niet maatgevend. De Raad bepaalt! En dan bestaat er toch de mogelijkheid om de eigen prive website te linken op de gemeentelijke site? Daar mag toch niets op tegen zijn. Jacques Wallage sprak over het publiceren van een adres.
Aan het eind van deze bijeenkomst werd het Meest Digitale Raadslid van ons land bekend gemaakt. Jacques Wallage, voorzitter van de jury, mocht Mellouki Cadat, raadslid voor GroenLinks in stadsdeel Amsterdam-Zeeburg, de prijs en oorkonde uitreiken. De winnende website van Cadat ( www.cadat.nl ) valt op door zijn uitgebreidheid en originaliteit. Het is een goed geordende site met veel functies, zoals weblog, webpoll, webcam, nieuwsbrief en digitaal spreekuur. De teksten zijn duidelijk en inhoudelijk. Het raadslid probeert echt verantwoording af te leggen. Aardig is ook de poll op de website over actuele gemeentelijke problemen. Kortom, een originele site die duidelijk meer biedt dan die van de andere kandidaten. Aldus de jury bestaande uit: juryvoorzitter Jacques Wallage (voorzitter commissie Toekomst Overheidscommunicatie), Douwe Jan Elzinga (voorzitter commissie Dualisme en lokale democratie) en Marjet van Zuijlen (voorzitter Burger@overheid.nl).
Daarnaast waren er nog drie eervolle vermeldingen:
Eervolle vermeldingen voor:
Marien Vlug,
Anno Zijlstra en
Remco Kouwenhoven.
En wie wordt het volgend jaar?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten